Paradekaasje – Geitenkaas

15 jaar finetunen: “Nu is ‘ie pas écht lekker”

Het meest trots is Harriët Vlooswijk op haar geitenkaas. Samen met haar man Harold runt ze een melkveebedrijf in Papekop. Haar ouders werken ook nog mee. “Twintig jaar geleden begon ik met geitenkaas; koeienkaas was er al genoeg. Pas de laatste vijf jaar ben ik écht tevreden. Aan het begin was de kaas prima en verkocht-ie goed. Maar ik voelde: het kan nog beter. De zuivel was wat korter en de smaak zuriger dan nu. Een zuurtje in geitenkaas mag, maar het mocht wel wat milder en de smaak mocht constanter zijn gedurende het jaar. Dus ik ben blijven finetunen en heb het recept meerdere keren aangepast. Vriendinnen vragen zich weleens af of ik wel zin heb om elke ochtend in de kaasmakerij te staan. Maar er is niets mooiers dan een kaas maken die goed verkoopt; het zou anders zijn als je kaas moet maken terwijl het pakhuis nog vol ligt. En het is gewoon mooi om te proeven hoe je product verandert door kleine aanpassingen. Ons product is nu een toegankelijke kaas die een prima eerste kennismaking met geitenkaas kan zijn. Dat krijgen we ook terug van de verkooppunten. Hij heeft een milde smaak, maar is wel lekker romig en je blijft ervan eten. Wij eten hem overal bij; op brood, in salades en op een tosti. Mijn schoonmoeder doet er zelfs jam overheen. Tsja, met honing kan het ook natuurlijk! Onze geitenkaas is rauwmelks; dat is toch het meest authentiek. Of we contact hebben met andere geitenkaasmakers die rauwmelks bereiden? Ja hoor, maar dan gaat het vooral over de markt en over prijsvorming. Geen boer vertelt hoe hij zijn kaas maakt. Dat is juist leuk aan ons vak; ieder heeft z’n eigen geheim.”