Kop d’r veur!

Het is inmiddels al bijna veertig jaar geleden dat ik samen met een stel klasgenoten naar de lagere landbouwschool fietste. Ik kan me nog goed herinneren dat we onderweg het onderwerp melkquota bespraken. Het beperken van de hoeveelheid melk kwam in die tijd over als een enorme domper voor tal van boerenbedrijven en hun opvolgers. Hiermee wil ik zeggen dat mijn – of onze – generatie is opgegroeid met beperkingen in de bedrijfsvoering.

Na het invoeren van het melkquotum, zijn er nog ontzettend veel regels en wetten bij gekomen. Vooral op het gebied van mestboekhouding, dieradministratie, dierenwelzijn, duurzaamheid en ga zo maar door. Ook heeft de sector meerdere crisissen gekend, zoals monden klauwzeer en andere dierziektes. En toch is de boerenstand taai; we rechten onze rug na een tegenslag. We zijn immers niet anders gewend dan te moeten strijden.

Het ondertussen bekende stikstofkaartje lijkt wel de druppel die de emmer doet overlopen. Je zal maar met je bedrijf in een gebied zitten waar veel gereduceerd moet worden. Veel van onze leden zitten van oudsher in het veenweidegebied waar de grond eigenlijk alleen geschikt is voor het houden van vee. En laten we eerlijk zijn: het is toch een prachtig gezicht als een koppel koeien loopt te grazen in het groene land? Dat noemen we geen natuur, maar dat ís wel natuur.

Als zelfzuivelaars zullen wij ondanks alle onzekerheid het eerlijke verhaal moeten blijven verkondigen over onze producten. En in gesprek moeten gaan met de consument. Meer kunnen we niet doen. Ik voorspel nog een hoop politieke onrust en onzekerheid de komende tijd. Wat wel belangrijk is, zoals wij hier in Noord-Holland zeggen: ‘de kop d’r veur houden’.

Namens de Bond van Boerderijzuivelbereiders,
Theo Dekker (voorzitter)