Tijd voor de reinmelkse kraam
Felix Wilbrink | Voormalig culinair journalist bij De Telegraaf
Het moet haast wel vervelend zijn, dat begrijp ik. Sta je lekker kaas te verkopen op de markt, staat die Wilbrink opeens voor je kraam. Weet je wat ik doe? Ik kijk. Ik kijk naar alle kazen en als ze achter de kraam vragen of ik al weet wat ik wil, dan schud ik alleen mijn hoofd van “Nee, ik kijk nog even…”. En dan ga ik verder de markt op, de andere kaasverkopers vervelen. Precies hetzelfde: kijken, alle kazen bekijken. Al die kazen doen alsof het echte kazen zijn. Echte kazen zijn natuurlijk boerenkazen. Maar die marktkramen hebben hooguit één echte boerenkaas en dat is zelfs bij nader onderzoek niet waar. Als ik de andere kraam heb bekeken ga ik terug naar de vorige.
De kaasverkopers worden zenuwachtig van me, en dat moet ook. Ik sta daar namens de consument. De consument die denkt dat erfkaas, landkaas, rietkaas, allemaal echte boerenkaas kaas is. De Nederlandse consument gelooft dat maar al te graag, want al die fabriekskazen met fantasienamen zijn goedkoper dan échte boerenkaas. De Nederlandse consument kent eigenlijk maar één echte prikkel. Goedkoop. Er moet zoveel met die ene euro. Hij heeft nog recht op vakantie, recht op een nieuwe auto, recht op een nieuw huis, recht op nieuwe kleren, en, de allergrootste gotspe, recht op een nieuwe keuken. Ja, dan moet recht eten maar worden vervangen door goedkoop.
De marktkoopman kent zijn pappenheimers. Een beetje jokken over de herkomst, en beetje afwijkende kaas met een grappig smaakje, het vliegt weg. En gelukkig maar. Blij dat de mensen tenminste nog kaas eten. Maar als ik dan weer terug ben bij de eerste kraam, dan liggen de bordjes opeens anders, al de vermeende boerenkaas is weg of ligt omgekeerd. Echt waar, zegel aan de onderkant. Dan ligt daar zo’n wagenwiel dat net nog boerenkaas was opeens onder een andere kaas en is het heel lastig om dat even om te draaien. Je snapt het al, ik zeg niets, ik kijk er alleen naar, soms wijs ik en schud mijn hoofd. Sommige kaasverkopers lachen er om, andere kijken boos. Het is een spelletje, natuurlijk. Van de week zag ik een marktman die zijn kraam in drie secties had ingedeeld. In het midden lag de boerenkaas. Met trots liet hij de zegels zien. Ernaast nog twee andere stapels van uitstekende kaas waar je als oprechte kaasliefhebber allemaal stukjes van koopt. Voor wie het weten wil, hij stond in Driebergen. Ik keek weer, en nam mijn hoed af. Hij neigde even het hoofd terug. En het is daar dat ik dacht: Lieve boerenkaasmakers, school een paar kinderen om tot marktverkoper, laat ze het vak leren bij deze man en dan hupla de wereld in de met de enige, echte boerenkaaskraam!!! Reinmelkse echte Boerenkaas. Allemaal kaas aan leveren, tussenhandel eruit, en nooit meer een haastig omgedraaide kaas! Ja, tijd voor de boerenkaaskraam!