Stichting Foodspecialiteiten zoekt de verbinding
Rick Brantenaar
Rick Brantenaar is de man die de Hummer, alias ‘P.C. Hooft-tractor’, groot heeft gemaakt in Duitsland en de Benelux. Hij had toen een directiefunctie bij Kroymans corporation en werkte op diverse plekken in de automotive sector. In diezelfde branche heeft hij ook Heleen, z’n vrouw, leren kennen. Maar op een gegeven moment was het genoeg. Ze wilden écht wat anders, zijn terug naar de schoolbanken gegaan en in 2008 afgestudeerd in commerciële economie. Heleen wist hem er toen van te overtuigen om samen een kaaswinkel te beginnen, wat ze zeven jaar lang met succes hebben gedaan. Helaas kreeg Heleen een levensbedreigende auto-immuunziekte. Om meer tijd voor elkaar te hebben besloten ze de winkel te verkopen. En te genieten van de dingen waar het in het leven om draait. Rick zat toen al in het bestuur van de Stichting Foodspecialiteiten en werd in 2017 gevraagd om directeur van de stichting te worden. Daarnaast is hij manager op vele vlakken binnen het Vakcentrum. Wat is er sindsdien allemaal gebeurd?
“Samen met het team foodspecialiteiten heb ik een compleet nieuw certificeringssysteem mogen opzetten. We hebben de successen van de vakbeurs foodspecialiteiten naar een hoger niveau getild én een nieuwe voorjaarsbeurs opgezet. Daarnaast verzorgen we opleidingen, workshops, inspiratiereizen en branche-events. Met de collega’s van de afdeling communicatie, ledenadministratie en accountmanagers van het Vakcentrum, heb ik aan ons ledennet mogen werken. Zo zijn we een van de weinig brancheorganisaties die sterk groeien. Daar zijn we trots op.”
Waar komt die groei vandaan?
“We luisteren heel goed naar wat onze ondernemers willen en nodig hebben. Bijvoorbeeld in coronatijd is dat sterk naar voren gekomen. Toen de lockdowns van kracht werden, hebben we elk lid gebeld. Gevraagd hoe het met ze ging, persoonlijk, met het gezin, en wat we voor ze konden doen. De omzet van winkels in stads- en centrumgebieden kelderde met wel 80 procent. Vreselijk. Maar het goede nieuws was dat we alles met cijfers konden onderbouwen. Tegen de verwachting in hebben we in Den Haag voor elkaar gekregen dat de ondernemers in die gebieden alsnog in aanmerking voor TOV- en NOW-regelingen konden komen. Een kans om te overleven. Als collectief hebben we dat met z’n allen voor elkaar gekregen. Dat is opgevallen in de branche.”
Hoe ziet jullie doelgroep eruit?
“Die is heel divers. Van supermarkten tot kaas- en delicatessenwinkels. Veel mensen denken dat dat water en vuur is. Maar niets is minder waar. Ze hebben elkaar keihard nodig, ze zorgen voor de verlevendiging van het straatbeeld. Het verstevigt elkaar alleen maar. In 2018 zijn we gefuseerd met de GEBRA, wat staat voor ‘gemengde branche’. Denk aan zelfstandig ondernemers of franchisenemers met een Blokker, Marskramer of een kookwinkel. Je ziet nu foodspecialiteiten in de breedste zin van het woord: kaasboeren, delicatessenwinkels, slagers, groenteboeren, chocola, koffie, thee. Noem maar op. Alles wat met lekker eten en drinken te maken heeft. Daar knokken we voor.”
Stichting Foodspecialiteiten organiseert nationale competities voor haar leden. Kan je daar wat meer over vertellen?
“Volgend jaar hebben we competities in drie categorieën. Ten eerste de ‘beste foodspecialiteitenwinkel’. Dat zijn winkels die voor minder dan 50% kaas verkopen en heel veel bij-artikelen hebben. Dan hebben we de ‘beste foodspecialist in noten’ én de ‘beste foodspecialist in kazen van de boer’. Over die laatste categorie heb ik nauw contact gehad met het bestuur van de BBZ. Voorheen heette de competitie ‘beste foodspecialist in boerenkaas’. Maar we willen dat het niet alleen om boerenkaas gaat, maar over alle kazen die bereid zijn op de boerderij én bij de winkels liggen. De competities starten in maart met de voorrondes en in april is de finale. Op 5 juni vindt ter afsluiting het branche-event plaats. Omdat de certificering 25 jaar bestaat heeft het event komend jaar een extra feestelijk tintje op een speciale locatie. Maar daar ga ik nu niets over zeggen.”
Wat is de ambitie van Stichting Foodspecialiteiten voor de toekomst?
“De belangrijkste ambitie is om zoveel mogelijk mensen aan boord te krijgen voor de certificering. En, los daarvan, verbinding met elkaar te zoeken om samen de krachten te bundelen. Zodat ondernemers elkaar naar een hoger niveau tillen. Je moet je in de toekomst sterk kunnen onderscheiden om je verdienmodel te borgen. Of zoek actief de samenwerking. In Amsterdam hebben we een ondernemer die een hele lijn van zijn binnen- en buitenlandse kazen bij een Jumbo supermarkt in de schappen heeft liggen. Beiden zijn er blij mee en hebben hun omzet vergroot. Ik hoop dat ik in zo’n proces de verbindende factor mag zijn om de hele branche een lift te geven naar een foodspeciaalzaak twee-punt-nul. Wat ik daarmee bedoel? De mensen in onze branche zijn stuk voor stuk vakidioten. Iedereen is gek van zijn vak. Maar op het gebied van ondernemerschap zie ik nog veel kansen. Daarin wil ik onze ondernemers bijstaan om stappen te kunnen maken.”
Nog even terug naar boerderijzuivel. Wat voor kansen zie jij voor die sector?
“Ook daar zie ik kansen in samenwerking. Niet alleen met de lokale kaasboer, maar ook met de supermarkt, zoals ik net al vertelde. Hoe gaaf is het als je ondernemers bij elkaar krijgt en dat die mooie kaas en zuivel van de boerderij in supermarkt en kaaswinkel komt te liggen? Maar ik zou ook kijken naar het verdienmodel. Als ik de noteringen volg, dan is het mijn persoonlijke mening – dus niet die van de stichting – dat boeren zichzelf veel tekortdoen. In het verleden had je een verschil van wel twintig procent in prijs tussen fabriekskaas en boerenkaas. Dat verschil is verdampt!”
Geen dure kaas, maar kostbare kaas
“Ik vind dat ambachtelijke producten meer mogen kosten. Sterker nog, toen wij de winkel hadden, kochten we kazen bij boeren die echt niet de goedkoopste waren. Wij durfden ook de hoofdprijs te vragen. Nee, het is geen dure kaas, het is kostbare kaas. Je moest dat verhaal wel uitleggen. Over het boerenbedrijf, het boerenleven, de stappen die er allemaal gezet moeten worden. Klanten snappen dan wel dat de kaas wat meer kost.”
Zie jij daar een rol voor de BBZ weggelegd? Ik heb een keer een hele boude uitspraak gedaan tegen voorzitter Theo Dekker en gesuggereerd dat onderzocht zou moeten worden of je als boeren gezamenlijk een eigen verkoopkantoor kan oprichten, waar je professionals neerzet en zelf rechtstreeks gaat leveren. Wat houdt je tegen? Natuurlijk, je moet investeren in ruimtes en personeel. In computers, in een auto. Dat snap ik. Je kan opslag en verkoop in eigen beheer gaan doen. Samen met de leden van BBZ. Dan heb je volgens mij een machtige machine. Dat is toch het onderzoeken meer dan waard?
Stichting Foodspecialiteiten Nederland is een onderdeel van Vakcentrum, de onafhankelijke belangenbehartiger en bewezen partner van zelfstandige detaillisten in food, non-food, fast moving consumer goods en franchisenemers.