Paradekaasje: Kaas met beroemde stukjes augurk

Wie openstaat voor nieuwe ideeën, kan overal inspiratie opdoen. Bijvoorbeeld als je op tv de augurkenkoning Oos Kesbeke aan het werk ziet. “Ik zat te kijken en kreeg ineens het idee om kaas te maken met augurken”, vertelt Renzo Nap (21), sinds zijn 15e al werkzaam bij Kaasboerderij Hogendoorn in Waarder. “Ik heb Kesbeke opgebeld en ben langsgegaan. Ik kreeg augurken mee om het te gaan proberen. We zijn aan de slag gegaan. De kaas is gemaakt van gepasteuriseerde koemelk, met echte stukjes augurk erin. Het duurde even voordat we de verhoudingen goed hadden. Uiteindelijk is dat 10% augurk geworden, 90% kaas. Na veel proeven miste er nog iets, dus we hebben ook mosterdzaad toegevoegd.”

“Niet zo’n gekke combinatie eigenlijk, want in potjes augurk zit vaak ook mosterd.” Na twee à drie maanden was de Kesbeke Augurken Kaas klaar. “Het was vorig jaar echt een enorme hype. Van de pondjes hebben we er duizenden gemaakt en van de 8 kilo soms 100 per week. Kesbeke verkocht het zelf ook in hun eigen winkel en de kaas is te verkrijgen in heel veel kaaswinkels, supermarkten en zelfs bij tuincentra.” De smaak van augurken is niet te overheersend, zo vertelt Renzo. “Mensen omschrijven het als een frisse kaas, met een zuurtje erin. Je ziet de stukjes augurk ook zitten en de structuur blijft behouden. Dat geeft de kaas iets knapperigs. We krijgen de augurken van Kesbeke in kleine stukjes aangeleverd en voegen ze toe aan de kaasbak.”

Inmiddels is de grootste drukte achter de rug en is de productie stabiel. “Als je op internet zoekt, kun je zeker nog wel adressen vinden waar hij te koop is. Bij een aantal lokale kaaskeuringen heeft ‘ie vorig jaar zilver en brons gewonnen en goud bij de Cum Laude Awards 2025, in de categorie ‘voorjaarskaas’. Dat is hartstikke mooi. We zijn ook altijd bezig met nieuwe kazen en smaken proberen, zoals momenteel kaas van buffelmelk.” Renzo twijfelt er niet aan dat hij vroeg of laat weer inspiratie opdoet. “Dan kan overal gebeuren”, zegt hij met een glimlach. “Niet per se voor de tv.”