Land van Boer en Zuivel: “Van een cursus geitenhouden naar een veelzijdig familiebedrijf”

De Beukenhoeve in Papekop

Midden in het Groene Hart, op de Beukenhoeve in Papekop, runnen Harold en Harriët Vlooswijk met passie hun boerderij Sik en Blaar. De naam zegt het al: Sik staat voor hun Saanen-geiten en Blaar voor hun blaarkopkoeien. Met deze bijzondere combinatie en een eigen kaasmakerij hebben ze een bedrijf opgebouwd dat niet alleen lokaal en duurzaam is, maar ook trots put uit de rijke familiegeschiedenis. Harold vertelt over hun dagelijkse werk, de bijzondere combinatie van dieren en hoe zij met de hele familie samenwerken aan een toekomstbestendig bedrijf.

Jullie boerderij heeft een rijke geschiedenis. Hoe is het bedrijf zo gegroeid?

“De Beukenhoeve is al drie generaties in de familie van mijn vrouw Harriët. In 2005 namen wij de boerderij over, toen er nog maar twintig koeien waren. Harriët werkte destijds bij de Gezondheidsdienst voor Dieren en ik bij Heineken, waar ik verantwoordelijk was voor verpakkingsinnovatie. Het waren interessante banen, maar het boerenleven bleef trekken. Vooral voor Harriët, omdat dit haar ouderlijk huis is. Toen zij aangaf dat ze boerin wilde worden, hebben we samen gekeken hoe we het bedrijf konden uitbreiden en een toekomstbestendig plan konden maken.”

Hoe hebben jullie dat aangepakt?

“Met alleen twintig koeien zouden we het niet redden, dus we besloten een nieuwe tak aan het bedrijf toe te voegen. We volgden samen een cursus geitenhouderij, eigenlijk alleen om te kijken of het iets voor ons was. Maar het bleek zó leuk dat we direct zestig geiten hebben gekocht. Vanaf de eerste dag maken we onze eigen geitenkaas. En inmiddels is de groep dames uitgegroeid tot 120 geiten, voor ons het perfecte aantal. We houden de boerderij bewust kleinschalig en veelzijdig, zodat het werkbaar blijft en toekomst biedt, misschien wel voor één van onze dochters, Jannigje (19) of Anna (18).”

Zijn Saanen-geiten én blaarkoppen een goede combinatie?

“Het begon met de blaarkoppen, die al op de boerderij waren. Blaarkoppen zijn rustige dieren met een lager tempo, terwijl geiten juist drukker en eigenwijzer zijn. Het zijn echt twee totaal verschillende werelden, en dat maakt het werk voor ons zo afwisselend, uitdagend en leuk. We hebben veertig blaarkopkoeien en 120 geiten, wat betekent dat we elke dag vier keer melken: twee keer de koeien en twee keer de geiten. Dat is behoorlijk wat werk. Daarom hebben we een fijn team om ons heen, bestaande uit mensen in loondienst, mijn schoonmoeder, onze dochters, stagiaires en vrijwilligers die waar nodig bijspringen.”

En wie maakt de kaas?

“De kaasproductie is helemaal Harriëts domein. Ze maakt alle kaas zelf, dat kan ze ontzettend goed. Koeien melken doet ze trouwens ook met veel plezier, het is echt haar passie. Van de geitenmelk maken we 100% kaas, en een deel van de koeienmelk wordt ook verwerkt tot kaas. De rest van de koeienmelk wordt opgehaald door een fabriek, die er melkpoeder voor babyvoeding van maakt.”

Hoe ziet een dag op de boerderij er voor jullie uit?

“Onze dag begint vroeg, met het melken van de dieren. Harriët neemt de koeien voor haar rekening, ik de geiten. Daarna voeren we de dieren en maken we de stallen en melkinstallaties schoon. Vervolgens ontbijten we samen en bespreken we de planning van de dag. Harriët duikt de kaasmakerij in, waar ze de hele ochtend druk bezig is met het kaasmaken. Ik keer ondertussen de kazen in de opslag of ga buiten aan de slag, bijvoorbeeld met maaien, trekkerwerk of andere klussen op het land. Elke dag is anders: soms staan kaasrondes op de planning, andere dagen richten we ons op het onderhoud van machines of de weilanden. ’s Avonds volgt nog een melkronde, en daarna zorg ik dat de kazen in de pekel gaan. Het mooiste moment van de dag vind ik de avond: dan is alles rustig en kijk ik of het vee tevreden is. Harriët is meer een ochtendmens, dus we vullen elkaar perfect aan.”

Hoe zorgen jullie voor het welzijn van jullie dieren?

“Tevreden dieren vormen de basis van ons bedrijf. De geiten lopen op stro en kunnen de hele dag door eten, terwijl we bij de koeien zorgen voor een rustige, stressvrije omgeving. We voeren uitsluitend gras en wat krachtvoer, geen mais of andere bijproducten. Dat gras telen en oogsten we zelf, en onze weilanden zijn ingericht met agrarisch natuurbeheer. We houden rekening met biodiversiteit en beschermen weidevogels die hier broeden. Onze koeien zijn niet hoogproductief, maar we zorgen voor een stabiel rantsoen dat aansluit op hun behoeften. Zo creëren we een ontspannen gezonde omgeving.”

Wat maakt jullie kaas bijzonder?

“Onze kaas is rauwmelks en wordt volledig gemaakt van de melk van onze eigen dieren. De geitenkaas heet nog steeds ‘Harriëts geitenkaas’, een naam die we bij het begin verzonnen en nooit hebben veranderd. De unieke smaak van onze melk, en dus van de kaas, komt door het kruidenrijke gras dat onze dieren eten. Alles wat we doen is lokaal en kleinschalig, van het melken tot het kaasmaken en zelfs de distributie. Dat maakt het niet alleen een puur product, maar ook een product met een verhaal waar we trots op zijn.”

Jullie hebben twee keer een Cum Laude Award gewonnen. Wat betekent dat voor jullie?

“De prijzen in 2019 en 2024 waren een enorme opsteker. Het mooiste is toch wel de waardering van collega’s en de positieve reacties uit de omgeving. Na de laatste prijs stonden we in de lokale krant met een mooie foto tussen de kazen, en ineens herkende iedereen ons. Het voelde een beetje alsof we BN’ers waren in Oudewater, een stad hier verderop! Die waardering geeft echt het gevoel dat we goed bezig zijn, en dat motiveert enorm om door te gaan.”

Hoe belangrijk is het voor jullie om lokaal te werken?

“Lokaal werken is een belangrijk principe voor ons. Onze kazen worden vooral verkocht in boerderijwinkels hier in het Groene Hart, zoals in Woerden en Oudewater. Het is prachtig om te zien dat mensen steeds meer lokaal voedsel waarderen. Soms krijgen we de vraag of we biologisch willen werken, maar daar is minder vraag naar, dus dan zouden we een groter verkoopgebied moeten gaan bedienen. Dat past niet bij ons. Wij houden het liever lokaal, praktisch en duurzaam, waarbij we nauw verbonden blijven met onze klanten.”

Welke rol spelen jullie kinderen en anderen op de boerderij?

“Onze dochters helpen graag mee. Jannigje doet een agrarische opleiding in Dronten, maar maakt daarnaast graag tijd vrij om de koeien te melken en kaas rond te brengen. Zij heeft echt interesse in het bedrijf, het zou geweldig zijn als zij het in de toekomst kan overnemen. Anna studeert verpleegkunde en springt alleen bij als het nodig is.”

Wat zijn de grootste uitdagingen in de sector?

“De landbouwsector krijgt te maken met steeds meer doelen en eisen, bijvoorbeeld op het gebied van natuur, recreatie en waterberging. Soms voelt het alsof er continu extra ruimte van boeren wordt gevraagd, terwijl we al zo efficiënt mogelijk werken. We hopen dat deze veranderingen onze bedrijfsvoering niet te veel zullen beperken. Zelf proberen we actief mee te denken in gebiedsprocessen en laten we onze stem horen in discussies. Dat helpt, maar het blijft een uitdaging om als boer een goede balans te vinden tussen alle eisen en een duurzame toekomst voor je bedrijf.”

Waar zijn jullie het meest trots op?

“Dat we van een klein bedrijf iets hebben gemaakt waar we een goede boterham mee verdienen. Zonder grootschaligheid hebben we een veelzijdig, toekomstbestendig bedrijf opgebouwd dat helemaal past bij onze manier van werken. Ons doel is om het bedrijf zo flexibel mogelijk te houden, zodat we kunnen blijven vernieuwen. Misschien voegen we in de toekomst wel nieuwe activiteiten toe, maar altijd binnen de filosofie die ons bedrijf uniek maakt: veelzijdig, lokaal en duurzaam. Het mooiste is dat we ons bedrijf straks weer kunnen doorgeven aan de volgende generatie. Dat gevoel van continuïteit en trots, daar doen we het voor.”