Boer en Zuivel

Geschatte leestijd: 7 minuten


Land_van_Boer_en_Zuivel_oude_jonge_kaas_Boerenzuivel

Land van Boer en Zuivel: “Maken jullie vandaag oude of jonge kaas?”

“Rond 1979 zijn mijn opa en oma op zoek gegaan naar een boerderij waar ze mee door konden groeien. Want daar was rond het Zuid-Hollandse Hellevoetsluis geen ruimte voor. Ze zijn overal in Nederland gaan kijken en uiteindelijk in Hellouw, midden in de Betuwe, terechtgekomen”, vertelt Annelies Noordam (van Zuivelboerderij Noordam). “Later zijn mijn oom en mijn vader, samen met mijn moeder en tante, verdergegaan met het bedrijf.”

“Het is nu een écht familiebedrijf, waarin veel familieleden meewerken. Daarin ligt onze kracht: iedereen werkt mee met zijn of haar talenten. Bovendien is het heel gezellig. Mijn oom houdt zich vooral bezig met de koeien en m’n moeder en tante staan in de boerderijwinkel. M’n vader en ik werken, samen met onze medewerkers, in de kaasmakerij. Daar maken we vijf dagen in de week kaas, karnemelk, boter en yoghurt. Een deel van de kaas en zuivel verkopen we in onze boerderijwinkel. De rest gaat via handelaren naar kaasspeciaalzaken.”

Wat voor opleiding heb je gevolgd?

“Ik vond voeding altijd al interessant én ik vind het leuk om kaas te maken. Toen ik klaar was met de HAVO vond ik het nog knap lastig om een opleiding te kiezen. Ik ben bij de HAS gaan kijken, bij de opleiding Food Innovation. Dat leek me een leuke opleiding, maar je “ moet er wel heel creatief voor zijn. Ik wist niet zeker of ik dat wel zou trekken. Daarom ben ik Biologie, Voeding en Gezondheid gaan studeren aan de Aeres Hogeschool in Almere. Daar heb ik veel geleerd, bijvoorbeeld over de marketing van je product. Er zijn heel veel mensen die kaas maken. Het is belangrijk dat je je in de markt kan onderscheiden met zowel je product als met het verhaal erachter. Zo kan je een uniek stukje kaas verkopen. Veel van onze klanten weten maar heel weinig over ons vak. Ze vragen bijvoorbeeld: ‘maken jullie vandaag oude of jonge kaas?’”

Heb je zelf al kaasjes met andere smaken bedacht?

“Als we nieuwe producten voorbij zien komen, dan proberen we die altijd wel uit. Testen we wat de klant ervan vindt. Dat doen we ook met verschillende kruidensoorten. Als een handelaar vraagt om een lente-melange bijvoorbeeld, dan maak ik samen met m’n vader een proefkaas. Kijken we of onze klanten het lekker vinden en dan gaan we ermee verder of niet. Zelf vind ik het altijd leuk om nieuwe smaken uit te proberen. Om te kijken waar het beter kan, wat er mist, of we iets willen aanpassen of juist zo houden. Daar heb ik het dan vaak met m’n vader over. Hij heeft tenslotte veel ervaring in het vak, waar ik nog veel van kan leren.”

Land_van_Boer_en_Zuivel_oude_jonge_kaas_familie_Boerenzuivel

Wat is de kracht van jullie boerderijwinkel, denk je?

“We verkopen in onze winkel voornamelijk lokale producten. Natuurlijk onze eigen kaas en zuivel, maar ook bijvoorbeeld bakmixen van de lokale molen. En zo hebben we meer producten uit de buurt. We merken dat de mensen daarvoor naar ons toekomen. Maar ook voor een gezellig praatje. Hoe het gaat, wat er gebeurt op de boerderij… daar zijn mensen benieuwd naar. Mijn moeder zegt aan het eind van de dag vaak dat ze weer van alles met de klanten besproken heeft. Dat maakt het werk leuk en bovendien leren we onze klanten goed kennen. Andersom leert de klant het verhaal achter ons product kennen. Overigens worden er in de winkel ook wel kritische vragen gesteld. Over biodiversiteit en duurzaamheid, bijvoorbeeld. We zijn blij dat mensen die vragen in de winkel stellen. Dan kunnen we die beantwoorden. Anders bedenken ze zelf een antwoord.”

Wat vertel je ze dan?

“Dat we duurzaamheid belangrijk vinden. We hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in warmtepompen bijvoorbeeld, waardoor we nu warmte uit de melk kunnen halen, voordat het de melktank in gaat. Met die warmte warmen we weer het water op dat we in de kaasmakerij gebruiken. Door in zulke projecten te investeren gaat ons gasverbruik omlaag. Daarnaast zijn we van plan met een stikstofstripper te gaan werken, waarmee we de stikstofemissie verminderen.”

Iets heel anders: je volgt bij Gea van der Puijl de cursus kaasbereiding. Wat verwacht je daarvan?

“Ik heb gisteren toevallig de eerste les gehad. Ik heb op school natuurlijk al het een en Als je het over de jongere generatie hebt, gaat het natuurlijk ook over de toekomst. Wat is uw visie op de toekomst? “Het is allemaal wel een beetje onzeker op het ogenblik. Maar tegelijk biedt dat hele verhaal over stikstof ook kansen om je bedrijf zo in te richten dat je daar goed mee om kan gaan. Het was handiger geweest als dat probleem niet was ontstaan, maar er valt echt wel weer iets van te maken.”

Waar denk je dan aan, hoe zie je dat?

“We hebben geïnvesteerd in een stikstofstripper, die de kunstmest uit je mest haalt. Het is nog niet helemaal officieel goedgekeurd, maar we hopen hier van de zomer mee te gaan draaien. Op die manier hoef je de mest niet meer af te voeren. Je gebruikt de mest op je eigen bedrijf. Bovendien hoef je geen kunstmest meer te kopen. Als je het over duurzaamheid hebt is dit veel efficiënter dan wanneer je de kunstmest met duur gas laat maken en de mest duur af laat voeren. Dan is het cirkeltje rond. Die gesloten cirkel spreekt wel aan bij de mensen en in de maatschappij.”

Je stuurt ook echt aan op duurzaam ondernemen?

“Jazeker. Er zit ook een klein verdienmodel achter, natuurlijk. Ja, als je geen kosten meer hebt voor het afvoeren van mest én je hoeft ander gehad over voeding en heb veel van m’n vader opgestoken, maar uiteindelijk zit er best veel theorie achter. En daar wil ik graag nóg meer over weten. Het is fijn om te weten waar je precies mee bezig bent, want dat komt de kwaliteit van de kaas alleen maar ten goede. Daarom wil ik graag die cursus volgen. Je wordt er nooit dommer van. Gisteren waren we met z’n allen bij elkaar. Ik vond het heel leuk, want er zijn natuurlijk ook andere kaasboeren. Het is goed om te horen wat anderen doen en waarom ze dat doen.”

Wat staat er verder voor je op het programma vandaag?

“Vandaag werk ik voor mezelf. Ik werk één dag in de week als ZZP’er achter de schermen bij Boerderijeducatie Nederland, waar ik vanmiddag een bespreking heb. Het is een landelijk platform waar basisscholen en middelbare scholen een les kunnen boeken op de boerderij. De boeren en boerinnen die deze lessen geven zijn daarvoor gecertificeerd. Ze hebben allemaal de cursus ‘belevend leren’ gevolgd. Door heel Nederland zijn boerderijen aangesloten, die daarvoor gekwalificeerd zijn. Ook bij ons op de boerderij geven we die lessen. Een aantal scholen komt jaarlijks met een klas langs. Dat is echt de passie van mijn moeder. Ze wilde vroeger al ‘juf’ worden, zo kan ze toch haar liefde voor het vak kwijt. Ook doet ons bedrijf jaarlijks mee aan het Nationaal Schoolontbijt. Een schoolklas komt ontbijten op onze boerderij. We denken dan met elkaar na over waar ons eten vandaan komt. Dat is superleuk!

Wil je tenslotte nog iets kwijt?

“Wat nog leuk is om te vertellen is dat we op ons bedrijf ook ‘30-kilo-kazen’ maken. Dat zijn best zware jongens, die ik gelukkig niet zelf hoef te tillen. We hebben dit bedacht omdat we ons daarmee in de markt kunnen onderscheiden. We doen dat nu een paar jaar en we merken dat de vraag bij kaashandelaren flink toeneemt! Die verkopen het weer door aan kaasspeciaalzaken en supermarkten. We horen dat deze kaas – in stukjes – écht heel snel over de toonbank gaat!”

Behalve Annelies hebben we ook haar oom, Peter Noordam, gesproken over zijn visie op de toekomst.

Ik sprak vanochtend met Annelies, uw nichtje. Ze sprak vol enthousiasme over het bedrijf, over het maken van kaas én over de boerderijwinkel.

“Het is mooi om met zo’n enthousiast koppeltje volk te werken. Het bedrijf run ik samen met m’n vrouw, zoon, broer en zijn vrouw. M’n broer bemoeit zich vooral met de kaas en ik hou me meer met het vee bezig. We nemen gezamenlijk de beslissingen. Maar wij, als broers, zijn natuurlijk wel een beetje van de oudere generatie. Ik krijg écht energie van de jongere generatie die vol gas geeft.”

Als je het over de jongere generatie hebt, gaat het natuurlijk ook over de toekomst. Wat is uw visie op de toekomst?

“Het is allemaal wel een beetje onzeker op het ogenblik. Maar tegelijk biedt dat hele verhaal over stikstof ook kansen om je bedrijf zo in te richten dat je daar goed mee om kan gaan. Het was handiger geweest als dat probleem niet was ontstaan, maar er valt echt wel weer iets van te maken.”

Waar denk je dan aan, hoe zie je dat?

“We hebben geïnvesteerd in een stikstofstripper, die de kunstmest uit je mest haalt. Het is nog niet helemaal officieel goedgekeurd, maar we hopen hier van de zomer mee te gaan draaien. Op die manier hoef je de mest niet meer af te voeren. Je gebruikt de mest op je eigen bedrijf. Bovendien hoef je geen kunstmest meer te kopen. Als je het over duurzaamheid hebt is dit veel efficiënter dan wanneer je de kunstmest met duur gas laat maken en de mest duur af laat voeren. Dan is het cirkeltje rond. Die gesloten cirkel spreekt wel aan bij de mensen en in de maatschappij.”

Je stuurt ook echt aan op duurzaam ondernemen?

“Jazeker. Er zit ook een klein verdienmodel achter, natuurlijk. Ja, als je geen kosten meer hebt voor het afvoeren van mest én je hoeft ander gehad over voeding en heb veel van m’n vader opgestoken, maar uiteindelijk zit er best veel theorie achter. En daar wil ik graag nóg meer over weten. Het is fijn om te weten waar je precies mee bezig bent, want dat komt de kwaliteit van de kaas alleen maar ten goede. Daarom wil ik graag die cursus volgen. Je wordt er nooit dommer van. Gisteren waren we met z’n allen bij elkaar. Ik vond het heel leuk, want er zijn natuurlijk ook andere kaasboeren. Het is goed om te horen wat anderen doen en waarom ze dat doen.”

Is er nog iets anders wat je kwijt wilt?

“Wat mij wel eens verbaast over die hele kaasbusiness, is dat iedereen heel erg in vakjes denkt. Ik vind dat we juist met z’n allen alles op moeten pakken om gezamenlijk de hele markt te bewerken.”

Zie je daarin een rol voor jezelf weggelegd om zo’n initiatief te bevorderen?

“Moeilijk, denk ik. Ik heb m’n tijd hard nodig hier op het bedrijf.”

Zou de BBZ daar een rol in kunnen spelen?

“Zeker, zeker. Je hebt nu die verschillen tussen boerenkaas en kaas van de boerderij, bijvoorbeeld. Iedereen heeft z’n eigen ‘ding’ waar hij sterk in is. Maar laten we nu eens al onze sterke punten promoten en juist niet die onderlinge verschillen. De kracht van ons bedrijf zit volgens ons bovendien in het verwerken van alleen eigen melk, hierdoor kunnen we veel in eigen hand houden, zoals smaak en kwaliteit.”

Delen

Heeft dit artikel je geholpen?

Gerelateerd

Noteringen november 2024

De noteringscommissie is op 1 november weer bijeengeweest voor overleg over de noteringen. Op de zuivelmarkt lijken kopers en verkopers af te wachten welke richting de markt zal nemen. De […]
Geschatte leestijd: 2 minuten

Korte lijnen en Boeren Goudse Oplegkaas

Waarom is goed zo vaak een strijd en vindt rommel altijd een weg? Waarom luisteren we niet om te leren, maar luisteren we om aan te vallen? […]
Geschatte leestijd: 2 minuten

Noteringen oktober 2024

De noteringscommissie is op 4 oktober weer bijeengekomen voor overleg over de notering. De zuivelmarkt lijkt het hoogtepunt reeds gepasseerd. De gestage stijging van de noteringen is tot stilstand gekomen […]
Geschatte leestijd: 2 minuten