Karnemelk, een frisse dorstlesser!
Het wordt warm de komende dagen. Flink warm zelfs, als je de voorspellingen mag geloven. Het kwik stijgt richting 30 graden. Aan de ene kant heerlijk, zeker na een lente die maar geen lente wilde worden. Maar zorg er wel voor dat je goed blijft drinken. Want bij warm weer, zweet je meer. Waardoor je extra dorst krijgt. Zo is karnemelk een verrassende en frisse dorstlesser. En ook nog eens heel eenvoudig om zelf te maken!
Karnemelk werd ‘vroeger’ tijdens het karnen van boter gemaakt, waarbij aangezuurde room werd gebruikt. Na het karnen dreef de boter op een zure vloeistof, de karnemelk. Tegenwoordig maak je karnemelk door magere melk aan te zuren met melkbacteriën. De melk wordt dikker en krijgt een frisse, zure smaak.
Veel mensen krijgen tijdens warme dagen extra zin in karnemelk. Want je lichaam geeft een signaal af dat je temperatuur op peil moet blijven. Daardoor krijg je trek in zure en frisse smaken, want die lessen goed je dorst. Karnemelk smaakt dan extra lekker!
Zelf karnemelk maken is een fluitje van een cent. Om te beginnen heb je een lepel azijn, yoghurt of citroensap nodig. Voeg die toe aan een beker melk en meng het goed door elkaar. Je wacht een kwartiertje en klaar is de verse karnemelk. Proost!