Het juiste etiket
Met dit artikel leggen we uit wat er op het etiket moet staan als je je eigen, zelfverwerkte producten verkoopt. Het gaat hierbij vooral om de kleinere verwerker, die producten via een boerderijwinkel, automaat of markt aan de man brengt. Voor supermarkten en webwinkels worden andere normen gehanteerd, daarover staat hier ook het een en ander vermeld. Het gaat hierbij om producten die ‘voorverpakt’ zijn. Bij ‘gesloten’ producten spreekt men niet over ‘voorverpakte producten’. De categorie ‘gesloten producten’ valt buiten de etikettering, zoals geplastificeerde kazen.
Doel
Aan consumenten op de juiste wijze communiceren welke ingrediënten het product bevat, inclusief allergeneninformatie, voedingswaarde, houdbaarheid en bewaarcondities.
Algemene regel
Voedselveiligheid staat op nummer één, ook bij etikettering. Allergeneninformatie is een voedselveiligheidsaspect en dient ten alle tijde zichtbaar te zijn. Ook wanneer je geen voorverpakte producten verkoopt, dienen de allergenen duidelijk zichtbaar te zijn in je winkel. Wettelijk is bepaald dat de volgende veertien allergenen vermeld dienen te worden.
Allergenenoverzicht
Wettelijk is bepaald dat de volgende veertien allergenen vermeld dienen te worden. Bij etikettering dienen de allergenen in tekst vermeld te worden.
D.w.z. door de benaming van het allergeen dik, in hoofdletters of cursief te drukken. Als de benaming maar onderscheidend is t.o.v. de rest van de declaratie. Allergenen hoeven niet ‘apart’ vermeld te worden! De allergeneninformatie kan in de rij van ingrediënten op één van bovenstaande drie manieren vermeld worden, zolang het maar onderscheidend is. Lactose hoeft niet apart gemeld te worden, deze valt al onder melk.
Wat behoort er op een etiket te staan:
- Benaming product, bij kaas ook het vetgehalte benoemen.
- Ingrediënten: opsomming van alle ingrediënten in ‘in hoeveelheid afnemende’ volgorde. Ingrediënten benoemen met specifieke benaming. Samengestelde ingrediënten uitsplitsen in bijv. kruiden (benoemen welke kruiden).
- Additieven voorafgegaan door categorienaam (bijv. conserveermiddel): aanduiden met E-nummer of specifieke benaming. Eventueel wanneer je vetten/oliën gebruikt, het type benoemen.
- Netto hoeveelheid, vast (g, kg), vloeibaar (ml, cl, l).
- E-weging alleen toegestaan na goedkeuring NMI.
- Eventuele bewaarvoorschriften.
- Voedingswaarde per 100 g of 100 ml:
– Energie 00 kJ/ 00 kcal
– Vetten 00 g, waarvan verzadigde vetzuren 00 g
– Koolhydraten 00 g, waarvan suikers 00 g
– Eiwitten 00 g
– Zout 00 g
De THT-datum behoort ergens op het etiket uitgeschreven te staan als “Ten minste houdbaar tot (einde)”. Verwijzen naar onderdeel verpakking is toegestaan. Z-nummer van laatste verwerker. Bij verkoop van dierlijke producten is het Z-nummer op de verpakking verplicht.
Boerderijwinkel
(Eigen producten die rechtstreeks aan de consument verkocht worden) Wanneer je een eigen Boerderijwinkel hebt en je eigen producten voorverpakt klaarliggen voor de verkoop, is de THT-datum met bewaaradvies op de verpakking verplicht. Overige informatie die hierboven staat vermeld moet wel aanwezig zijn maar is niet verplicht om te etiketteren. Dit, omdat je direct in contact staat met de klant. Het is goed om een specificatie van je producten te maken zodat je deze eventueel kan laten zien als een klant hierom vraagt. Gegevens moeten namelijk wel aanwezig zijn. Je kan er ook voor kiezen om je producten te etiketteren volgens het rijtje met verplichte gegevens. Deze gegevens kan je in de computer instellen en bijvoorbeeld een Dymo etiketmachine gebruiken waarbij je alleen de THT-datum per keer aanpast. Wel zo overzichtelijk, voor zowel de klant als jezelf. Je kan ook gegevens, zoals bijv. de voedingswaarde op de website zetten zodat de gegevens altijd terug te vinden zijn. Wanneer je producten van derden in je winkel verkoopt, dienen de producten, wanneer deze voorverpakt zijn, wel te zijn voorzien van een etiket met de juiste gegevens.
GTS-logo boerenkaas
Wanneer je Boerenkaas maakt, is het verplicht om ergens in je winkel het GTS-logo zichtbaar te maken. Wanneer je voorverpakte kaas in de automaat verkoopt kan je ervoor kiezen om het logo zichtbaar op de automaat te maken of het logo mee te nemen met je etikettering. Verkoop je kaas voorverpakt aan de supermarkt, dan dient het logo op de verpakking vermeld te worden.
Automaat en melktap
Voor de automaat is het handig om te etiketteren volgens het hierbovengenoemde rijtje: “Wat behoort er op het etiket te staan”. Bij een melktap kan je het beste de gegevens over de melk bij de tap ophangen, zodat de klanten direct de gegevens van de melk en de houdbaarheid met bewaarvoorschriften kan aflezen. Het moet ergens getoond worden, evenals het advies dat rauwe melk voor gebruik gekookt dient te worden.
Markt
De markt valt onder ‘ambulante handel’. Hierbij is het niet verplicht om te etiketteren, ook niet als de producten voorverpakt zijn. Allergeneninformatie dient wel op de marktkraam te liggen. Wanneer consumenten vragen hebben over het product moeten de gegevens beschikbaar zijn.
Supermarkt/webwinkel
Wanneer je aan de supermarkt levert of via een webwinkel je producten verkoopt, heb je ook te maken met de letterhoogte die op het etiket staat. Die is afhankelijk van de grootte van je verpakking:
- Grootte oppervlakte verpakking < 80 cm², minimale hoogte 0,9 mm
- Grootte oppervlakte verpakking > 80 cm², minimale hoogte 1,2 mm
Wat moet er nog meer op het etiket staan
- (Handels)naam en volledig adres.
- Land van oorsprong/plaats van herkomst (indien van toepassing).
- Wanneer een product nog een handeling moet ondergaan voor consumptie, dien je een duidelijke gebruiksaanwijzing op het etiket te plaatsen.
Voorbeeld van kaas
Ingrediënten: Gepasteuriseerde koemelk, KOEMELK of koemelk, zout, zuursel, dierlijk stremsel, conserveermiddel: E251, kleurstof: E160b(ii) (E-nummers mogen ook bij naam uitgeschreven worden).
Samengevat
Wanneer je met eigen producten in contact staat met de klant, hoef je niet te etiketteren. THT-datum en bewaaradvies zijn wel belangrijk om op voorverpakte producten te noteren. De allergenen die binnen het bedrijf aanwezig zijn moeten in de winkel zichtbaar zijn. De overige gegevens moeten wel aangetoond kunnen worden wanneer een klant hierom vraagt, gegevens op de website plaatsen is hierbij ook een mogelijkheid. Wanneer je niet in contact staat met de klant, dienen de producten geëtiketteerd te worden. De markt is een uitzondering, dit is “ambulante handel” waar niet geëtiketteerd hoeft te worden. Allergenen dienen zichtbaar te zijn voor de klant en gegevens van producten opvraagbaar.