Geitenboerderij De Mèkkerstee
Piet den Hertog van Geitenboerderij De Mèkkerstee op Goeree Overflakkee is boer, ijsmaker, kaasmaker én zorgverlener tegelijk. Er wordt ambachtelijk geitenijs gemaakt en zijn kazen vallen regelmatig in de prijzen. Tegelijkertijd is de Mèkkerstee een zorg- en ‘belevingsboerderij’ met horeca en een flinke landwinkel erbij. Heeft zijn wieg wellicht in een ondernemersgezin gestaan?
De wieg van Piet
“Dat klopt. Mijn vader was van origine een kaasboer die met een busje langs de deuren reed. Tijdens een snikhete zomer in de jaren ’70 droop de kaas echter van de plank. Om z’n gezin toch te eten kunnen geven, begon hij met ijsmaken. Dat werd een hele onderneming: Hertog IJs is eruit voortgekomen. Daar liggen onze roots. Ik was zes jaar toen het eerste ijsje gemaakt werd, ik ben ermee opgegroeid.”
Waarom ben je een zorgboerderij begonnen?
“Dat zit in het bloed. Bij ons thuis werden vroeger mensen in huis genomen die er even tussenuit moesten. Daar groei je mee op. Voor de boerderij had ik een plan laten maken, maar ik vond de stap best groot. Agrarische bedrijven gaan vaak over van geslacht op geslacht. Vanuit het niets – zonder grond – boer worden, en dan ook nog biologisch, dat vergt een zware investering. Op een verjaardag ontmoette ik iemand van een stichting die een project in de psychiatrie zocht, met vee en groen. We zijn gaan praten en hebben een totaalplan ontwikkeld wat uiteindelijk tot het huidige bedrijf heeft geleid.”
Zweet in de handen
“Ruim twintig jaar geleden ben ik in m’n vrije tijd stage gaan lopen bij een collega-geiten-boer en heb hier en daar een cursus gevolgd. Zo zijn we van start gegaan. We begonnen met 75 geiten. De melk die vrijkwam hebben we verkaast. Alleen, ik had nog nooit gezien hoe een kaasje gemaakt wordt. De leverancier die de apparatuur neerzette, deed het twee keer voor en zei ‘nu is ie voor jou’. Zo is het letterlijk gegaan. Dan sta je wel even met het zweet in je handen.”
Stap voor stap naar buiten komen
“Nu bieden we dagbesteding aan zo’n dertig mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek. Het mooie van de Mèkkerstee is dat je in een hoekje uit het zicht van het publiek kan beginnen. In een prikkelarme omgeving, met rust en ritme. Stap voor stap kan je naar buiten komen. En zelfs eindigen achter de kassa in de winkel, bijvoorbeeld. Er zijn dan wel trajecten en trainingen doorlopen, bijvoorbeeld op het gebied van klantvriendelijkheid. Maar de mogelijkheden zijn er. De mensen krijgen de aandacht die ze verdienen en nodig hebben. Het is intensief, maar dankbaar werk.”
Belevingsroute
“Inmiddels zijn we een echt gezinsbedrijf, waarin vier van de vijf kinderen meewerken. We ontvangen zo’n honderd- tot honderdtwintigduizend bezoekers per jaar. Dat betekent veel regelen en organiseren. De consument gaat bewuster consumeren en wil weten waar de kaas vandaan komt. Op de boerderij hebben we daarom een speciale ‘belevingsroute’ voor het publiek. Dat is de boer, dat zijn de geiten, dat is de kaasmaker en dit is het product. De mensen komen af op die beleving, het geeft ze een gevoel van vertrouwen. We vertellen ze dat we twintig jaar geleden al begonnen met biologisch boeren. In het begin was dat knokken in de markt. Je moest het uitleggen en nog eens uitleggen. Maar het biologische past goed bij ons bedrijf. Het is arbeidsintensiever, maar door de zorg hebben we handjes extra. En ja, het is beter voor natuur en mens. Zonder bestrijdingsmiddelen en zonder kunstmest.”
Mooie resultaten
Een van jullie kazen, een geitenkaas met fenegriek, is een hele fijne kaas, die met kop en schouders boven andere kruidenkazen uitsteekt, vertel je in de video. “We hebben er inderdaad een Cum Laude Award mee gewonnen. We hebben verschillende keren meegedaan. De ene keer zit je ernaast, de andere keer is het prijs. Echt top was een Jerseykaas, gemaakt van biologische melk van Jerseykoeien van een boer hier vlakbij. Daar hebben we mooie resultaten mee gehaald, ook bij de International Cheese Awards in Engeland. Dat zijn leuke dingen voor de handel, maar ook voor de mensen van de dagbesteding. Die zijn daar intensief mee bezig. Als zoiets gebeurt is het een feestdag voor die mensen. Dat vind ik altijd nog het mooiste aan zo’n resultaat. Dat mensen er zo in opgaan. Ze zijn er heel trots op. Op onze producten.”
Over smaak valt niet te twisten
“We zijn altijd op zoek naar een optimale smaakbeleving. Smaak is heel persoonlijk. We proberen daarom altijd een toegankelijke kaas te maken, zuiver van smaak. Het verschil zit ‘m in de finesses. Onze kaas- makers zijn daar constant mee bezig. Het nadenken over nieuwe kazen en smaken houdt nooit op. Als ondernemer ben je altijd bezig om te bedenken wat er mogelijk is. En vooral, wat wil de consument? Want daar doe je het voor. Zo zijn we nu op kleine schaal testjes aan het doen met een gerookte kaas. Het kan lang duren voor je tevreden bent.”
IJs tussen de oren
“We maken hier ook geitenijs, een populair product. Je maakt het, je proeft het, je doet een beetje zus en doet een beetje zo. Zo kom je snel tot een goede smaak. Tussen het melken van de geit en het koken van de ijsmix zit amper een kwartier. De volgende dag heb je een heerlijk ijsje. Verser kan echt niet. We hebben een eigen ijssalon en daar worden heel wat bolletjes ijs weggeschept. Met dit weer staan de mensen in rij. In het begin stond op onze vitrine ‘van eigen geitenmelk’. We verkochten geen ijsje! Toen hebben we de tekst veranderd in ‘vers van de boerderij’ en het was meteen file. Iedereen vindt het heerlijk. Die geitenmelk is echt iets wat tussen de oortjes zit bij de mensen.”
Hoe staat het met de horeca?
“We zijn geen restaurant, maar je kan wel koffie, gebak, pannenkoeken en broodjes bij ons krijgen. We hebben een banketbakker in dienst die alles vers bereidt. Daar komen veel mensen op af. Maar we hebben een lastige periode achter de rug, in coronatijd. De horeca was zo’n negen maanden dicht, net als de belevingsroute. Gelukkig zie je nu dat alles in volle hevigheid terugkomt. De mensen stormen weer binnen, het lijkt alsof er geen corona is geweest. Aan de ene kant fijn, aan de andere kant zijn er nog wel een paar regels. Het blijft een beetje balanceren.
Tenslotte, hoe hoop je dat je bedrijf er over tien jaar uitziet?
Daar heb ik niet over nagedacht, maar als ik er spontaan op moet antwoorden, dan hoop ik dat we in dezelfde setting als nu door kunnen gaan. Dat er over tien jaar nog altijd een gezond bedrijf staat, waarin de kinderen een steeds grotere rol gaan spelen. Mijn rol verdwijnt dan steeds meer naar de achtergrond. Dat is levensloop. Als ouders is het mooi om te zien dat de jeugd erin opgaat en ermee doorgaat. Ik hoop dat over 10 jaar de rol van de kinderen beduidend groter is dan die van senior, als die dan nog gezond mag zijn. Want we zijn allemaal mensen van de dag.