“Elke boerenkaas die we opensnijden is ruiken en proeven.”
Ed Boele
“Als jonge knul van vijftien kwam ik al op de markt in Rotterdam-Zuid, werkte ik bij een kaashandelaar uit Zoetermeer”, vertelt Ed Boele, eigenaar van De Kaasspeciaalzaak in de Haagse Fahrenheitstraat. “Dat was een mooie tijd. Al snel mocht ik klanten helpen. Ik heb de middelbare school afgemaakt en gesolliciteerd bij de plaatselijke kaasboer in Zoetermeer. Van die beste meneer heb ik veel geleerd. Er kwamen handelaren uit Woerden en Boskoop over de vloer, met allerhande kazen. Dan ging de boor erin en dat vond ik natuurlijk reuze interessant. Zo begon het leren, het ruiken, het proeven en ontstond mijn passie voor boerenkaas. Via allerlei uitstapjes ben ik in de Haagse Fahrenheitstraat terechtgekomen. Ik begon als bedrijfsleider op 1 januari 1993. In het najaar wonnen we de landelijke competitie voor Beste Kaasspeciaalzaak, in de categorie Beste Boerenkaas Specialist. Voor veel mensen waren we een nieuwkomertje. Daarna hebben we die prijs nog vier keer gewonnen. En de passie is er nog steeds! In mei 1994 heb ik de winkel gekocht. Dat is bijna dertig jaar geleden. Als het gaat om de Hollandse kaas, hebben we altijd veel ingezet op boerenkaas. Want als je je wilt onderscheiden, dan moet je boerenkaas verkopen. Een kaas met een verhaal waar de klant voor terugkomt. Dan heb je het over het handwerk, de familie achter de kaas, de boer, de boerin en wat er allemaal bij komt kijken. Je merkt dat de klant daar steeds meer geïnteresseerd in is. En ook je personeel betrek je daarbij. Elke boerenkaas die we opensnijden is ruiken en proeven. Dat doen we dag in, dag uit met elkaar. Iedereen die bij ons nieuw komt werken gaat mee naar alle boeren waar wij kaas vandaan halen. Als ze met een paar collega’s meegaan, dan blij ven ze daarover praten. Dat raken ze nooit meer kwijt. Of Maxima hier haar kaasjes wel eens haalt? Zij persoonlijk niet, maar hun chefkok struint hier wel eens rond. Vroeger kwam Prins Claus wel in de winkel. Of werden we gebeld om voor toenmalige Koningin Juliana boerenboter en boerenkarnemelk te leveren.”