Boer en Zuivel

Geschatte leestijd: 5 minuten


Kwart_eeuw_melkonderzoek_Boerenzuivel

Een kwart eeuw melkonderzoek

“Je wilt van die mooie glimmende gaatjes zien. Dat is geweldig.”

Door en Leo de Jong wonen een leven lang aan de Westeindseweg in Zoeterwoude-Dorp. Vroeger woonden daar allemaal boeren. Het was net een familie, iedereen hielp elkaar. Krienus de Jong, de opa van Leo, nam zo’n 120 jaar geleden de boerderij over van de familie Verdegaal. Tegenwoordig zijn er hier nog maar drie boeren actief. Door en Leo genieten van een welverdiend pensioen. Maar ze zijn nog steeds actief met hun melkonderzoek voor een aantal boeren in de buurt.

Wat weet u nog van uw opa?

“Ik kan me hem nog goed herinneren”, zegt Leo de Jong. “Hij heeft jarenlang kaas gemaakt. Toen we jong waren en mijn vader hielpen, was mijn opa er ook vaak. Hij heeft tot aan zijn dood meegewerkt.”

Ruilverkaveling een uitkomst

“Vanaf ons trouwen kochten we steeds stukjes land in de buurt, maar die ruilverkaveling in 1992 bleek écht een uitkomst”, zegt Door. “We kregen een aaneengesloten stuk land van zo’n 25 hectare, heel praktisch. Daar hebben we een nieuwe boerderij laten bouwen. Mijn man en zijn broer zijn toen in goede harmonie uit elkaar gegaan, vertelt Door. “Wij hadden een zoon die boer werd en de broer van Leo had twee zoons die boer werden. We zijn gesplitst, maar we deden nog wel samen met de machines en gereedschappen.”

Hoe heeft u het werk op boerderij verdeeld?

“Ik heb de eerste twintig jaar samen met mijn schoonzus kaas gemaakt”, vertelt Door. “Daarna heb ik dat op de nieuwe boerderij ook nog jarenlang zelf gedaan, tot m’n achtenvijftigste. Het voordeel van kaasmaken is dat je per liter melk altijd meer verdient. Dat was aantrekkelijk. Bovendien, het is een mooi beroep. Het is levendig, spannend, maar je moet wel tegen tegenslag kunnen. Want je ziet het niet aan de buitenkant als er iets in de melk niet goed is, waardoor de kaas besmet raakt. Daarom hebben we 25 jaar geleden een zuivelcursus gevolgd over onderzoek naar lactobacillen en coli-bacteriën in melk.” Door en Leo laten trots de certificaten uit 1999 zien. “Zo’n tien kaasboeren hier in de buurt laten nog altijd elke week hun melk door ons onderzoeken”, zegt Door. “Als de uitslag niet goed is, dan bel ik direct op, zodat ze de boel kunnen nakijken. Daar zijn ze blij mee, want de boer kan er dan direct iets aan doen. De melkmachine laten nakijken bijvoorbeeld. Daarna brengen ze meteen een nieuw melkmonster om te checken of het geholpen heeft.”

Reinheid boven alles

“Bij het maken van kaas is reinheid heel belangrijk, dat spreekt voor zich”, zegt Door. “Toen koeien nog de hele winter op hetzelfde plekje stonden, konden ze elkaar niet besmetten. Maar met die ligboxenstallen is dat een heel ander verhaal. Die moet je iedere dag heel goed schoonmaken. Het vuil en het vocht eruit en droog spul erin. De melkmachine moet doorgespoeld worden, tepelvoeringen verschoond en let op dat het water heet genoeg is. Het luistert allemaal heel nauw. Mijn zoon heeft daarom een pasteur genomen. Vóór die tijd maakten we ‘boerenkaas’ en daarna ‘kaas van de boerderij’. Dat geeft wel meer rust.”

Boer zoekt vrouw

Door en Leo zijn nu 83 en 82 jaar. Drie jaar geleden heeft hun zoon de boerderij verkocht, vertelt Leo. “We stonden toen natuurlijk wel even raar te kijken, want het is wel je levenswerk. Maar uiteindelijk heb je de leeftijd om te stoppen. Onze zoon heeft drie dochters, die willen natuurlijk met de tijd mee. Maar boeren, uitgaan én vakantie, dat valt slecht met elkaar te combineren. Zelf zijn we ook heel weinig met vakantie geweest, je was vroeger altijd aan het werk. Ook in het weekend en tijdens feestdagen. Uren werden niet geteld, daar stond je niet bij stil. Je werkte hard en dat vond je heel normaal.” Door moet lachen. “Daarom heb je tegenwoordig Boer zoekt Vrouw”, zegt ze. “Maar we genieten nu wel ontzettend veel van de tijd met onze kleinkinderen.”

De westeindsepolder staat bekend om de vele weidevogels. Heeft u zelf ook aan weidevogelbeheer gedaan?

“Daar hebben we zeker aan meegedaan! Vrijwilligers zochten op het land de nesten op en zetten er een nestbeschermer omheen”, vertelt Leo. “Vlak voor het maaien maakten ze nog een extra ronde en als ze dan nog nesten vonden, werd er een stok bij gezet. Dan werd er mooi omheen gemaaid. Het gras aan de slootkant lieten we ook staan, daar zochten de vogels beschutting. Je zag allerlei verschillende soorten hier. Kieviten, scholeksters, grutto’s en tureluurs met van die mooie rode poten. Die vogels zijn trouwens wel moeilijk te vinden. Voordat je een nest ziet, sta je er al bijna op.” Door vindt het een goede zaak dat boeren aan vogelbeheer doen. “Vroeger zag je veel meer vogels. Dat ligt wel aan de manier waarop er tegenwoordig gewerkt wordt. Daarom ben ik blij dat er nu meer op gelet wordt. Ik hoop dat boeren meer gaan samenwerken op het gebied van natuurbescherming, er samen een weg in vinden. Dus niet te veel koeien op één hectare en niet van die gigagrote bedrijven. Hier in de buurt woont ook een boer met een kleinschalig bedrijf, daar zitten altijd veel meer vogels.”

Als ik u zo hoor praten voelt u zich nog altijd betrokken bij de sector. Gaat u ook nog steeds naar kaaskeuringen toe?

“Ja, daar ga ik wel naartoe”, zegt Leo. “Naar boerenkaaskeuringen in de buurt van Leiden, bijvoorbeeld, dat vind ik leuk hoor. De keurmeesters vertellen tijdens het keuren van de kaas wat ze ervan vinden, hoe de smaak is. Er worden wel honderd verschillende kazen gekeurd. We hebben vroeger ook wel meegedaan met de Jan den Besten keuringen. We hebben een keer een tweede prijs gewonnen en we zijn een keer vijfde geworden. Het was heel leuk om mee te doen. Toen we eenmaal die pasteur hadden, werden we zowat altijd eerste. Er werd toen nog niet apart gekeurd. Maar de boeren die boerenkaas maakten, konden dat niet erg waarderen.” Door roept dat dat ook niet eerlijk was. “Ik heb tijdens een vergadering een keer gevraagd waarom de verwarmde kazen niet apart werden gekeurd. Dat wordt nu al jarenlang gedaan, want dat is natuurlijk wel het eerlijkste. Het is wel makkelijker met zo’n pasteur. Maar het echte ambacht is het niet meer.”

Leven in de brouwerij

“Het kaasmaken bracht ook veel leven in de brouwerij”, vindt Door. “Wij stopten in de winter wel eens. Niet vaak hoor. Want je deed het eigenlijk graag en het was saai als je gestopt was. De actie, de energie was dan helemaal weg. Het kaasmaken gaf voldoening. Je was altijd benieuwd naar het resultaat. Je sneed de kaas open en dan was het altijd spannend hoe de kaas eruitzag.” “Je wilt van die mooie glimmende gaatjes zien. Dat is geweldig”, vindt Leo. “Dat geeft voldoening, een beloning voor het harde werk. We maakten zes dagen per week kaas. Niet op zondag, maar op de maandag wel twee keer. Dan was om half tien in de ochtend de eerste kaas klaar. En een uurtje later kon je opnieuw beginnen.”

Delen

Heeft dit artikel je geholpen?

Gerelateerd

Noteringen november 2024

De noteringscommissie is op 1 november weer bijeengeweest voor overleg over de noteringen. Op de zuivelmarkt lijken kopers en verkopers af te wachten welke richting de markt zal nemen. De […]
Geschatte leestijd: 2 minuten

Korte lijnen en Boeren Goudse Oplegkaas

Waarom is goed zo vaak een strijd en vindt rommel altijd een weg? Waarom luisteren we niet om te leren, maar luisteren we om aan te vallen? […]
Geschatte leestijd: 2 minuten

Noteringen oktober 2024

De noteringscommissie is op 4 oktober weer bijeengekomen voor overleg over de notering. De zuivelmarkt lijkt het hoogtepunt reeds gepasseerd. De gestage stijging van de noteringen is tot stilstand gekomen […]
Geschatte leestijd: 2 minuten