“De camperplaats levert mooie ontmoetingen op”
Nieuwe tak van sport
Melkveehouder, kaasmaker, zorgboer én sinds kort ook beheerder van een camperplaats: de familie Sparnaaij is van alle markten thuis. Samen met zijn vrouw Maaike runt Martijn een mooi bedrijf achter in de Boterpolder in Hazerswoude-Dorp. Wat ooit begon als droom om thuis de boterham te verdienen, is uitgegroeid tot een veelzijdig bedrijf waar het boerenleven, de zorg en recreatie samenkomen. “Als ik zie wat we bereikt hebben, dan krijg ik daar energie van.”
Jullie zitten hier nu zo’n achttien jaar. Hoe zijn jullie in Hazerswoude terechtgekomen?
“Mijn vrouw Maaike en ik komen uit Aalsmeer. Zij werkte in de zorg, ik was technisch opgeleid en zat veel op kantoor. We wilden het graag anders. Bij het zoeken naar iets nieuws was er een duidelijke drijfveer: thuis ons brood verdienen. We hebben veel rondgekeken, zelfs nog even op de Veluwe, maar uiteindelijk zijn we hier neergestreken.”
Je hebt een bestaande onderneming overgenomen. Hoe ging dat?
“Klopt. Het bedrijf stond er al sinds 1979. De vorige eigenaar zocht opvolgers. Ik heb hier eerst een jaar gewerkt als zzp’er, daar na zijn we in een maatschap gegaan en uiteindelijk hebben we het bedrijf in 2014 overgenomen. Je bent dan eigenlijk weer eerste generatie melkveehouder. Er moest veel gebeuren om het op orde te krijgen. Er speelde van alles: hoge rentes, noem maar op. Dat was soms wel pittig. We hebben ook ruim vijf jaar in een noodwoning hiernaast gewoond. Kortom: een bijzondere tijd.”

Jullie combineren veel verschillende bezigheden. Hoe kwam dat zo?
“Het is ons gelukt om thuis onze boterham te verdienen, maar dat gaat niet altijd vanzelf. Dat maakt dat je altijd blijft zoeken naar iets nieuws. Bovendien zitten we hier midden tussen de burgers, en die hebben we nodig. Je wilt toch van alles te bieden hebben: dat doen we met de winkel, de zorgboerderij en nu ook met onze camperplaats. Het verrijkt ons bedrijf.”
De camperplaats is de jongste loot aan de stam. Hoe is dat idee ontstaan?
“De gemeente Alphen aan den Rijn wilde meer overnachtingsplekken in het buitengebied. Ze vroegen of wij mee wilden doen en dat idee sprak ons wel aan. We hebben goed contact met de relatiebeheerder vanuit de gemeente, maar het was alsnog een hoop geregel. Je moet naar de architect, je vergunningen regelen en er zitten natuurlijk de nodige eisen aan zo’n camperplaats. Het is niet dat je even wat gras wegmaait en klaar.”
Hoe zien die plekken eruit?
“We hebben een pad van 25 meter lang en 6 meter breed aangelegd, met aan beide kanten drie verharde plekken. Er waren eisen: een windsingel van inheemse bomen, genoeg ruimte en stroom- en waterpunten. Het zijn luxe plekken geworden, zes stuks van ongeveer 90 m², met heggetjes ertussen. Je staat echt in de open polder waar wij melken. Ik zeg weleens: zet Sinterklaas erbij en het plaatje is compleet Nederlands. Een uniek stukje Groene Hart.”

Is het een echte camping?
“Nee hoor, het is echt een camperplaats. We hebben dan wel een wc en misschien komt er een douche bij, maar er is geen wifi, geen entertainment en geen zwembad. Op Campercontact staat precies wat we wel en niet bieden. Verwachtingsmanagement, zeg ik altijd.”
Hoe loopt het sinds de opening?
“We zijn 1 mei gestart. Inmiddels hebben we al tweehonderd overnachtingen gehad. Het verschilt nog per maand, maar in augustus hadden we er zestig en in juni weer wat minder. Het is wat dat betreft grillig. Mensen staan hier gemiddeld twee nachten. Meestal reserveren ze netjes van tevoren, maar soms staat er ook ineens een camper voor je neus. Het is leuk, maar ik zou het niet iedereen zomaar aanbevelen. Het kost je toch onderhoud en duizend meter grasland. Ik denk dat de investering er in twee jaar uit is. Voor ons is het een mooie bijverdienste, zonder er rijk van te worden.”
En hoe bevalt het?
“Het geeft mooie ontmoetingen. Soms zitten we met onze cliënten van de dagbesteding te eten, komt er een camperaar binnen voor een toiletbezoek. Dat kan lastig zijn, maar vaak is het ook leuk. Onze mensen komen op een spontane manier in contact met anderen, dat prikkelt ze op een positieve manier. Een leuke bijkomstigheid is ook dat de camperaars vaak even een kaasje halen in onze winkel, dus daar komen ze onze klanten weer tegen. We hoeven hier geen klein dorp te worden, maar het is wel leuk al die mensen op je pad te krijgen.”

Aan wie bieden jullie dagbesteding?
“Dat is momenteel een groep die vooral uit mannen bestaat, een dagje ouder allemaal. Ze zijn hier drie keer in de week. Het leuke is: de een was vroeger boomkweker, de ander elektricien. Dus bij de aanleg van de camping hebben ze geweldig meegedacht. Dan was ik bezig en kwamen ze met de rollator aan: ‘nee, je moet de heg een beetje omzetten joh’, zeiden ze dan. Dat is gewoon leuk. Wij noemen onze cliënten weleens onze adviesraad. Dus toen we onlangs onze tweehonderdste overnachting hadden, hebben we dat samen met hen gevierd met taart. Bij dat soort dingen moet je stilstaan.”

Hoe ziet een gemiddelde dag van jou eruit?
“Ik ben een relatief late boer en begin niet al te vroeg met melken. Als Maaike de cliënten ophaalt, ben ik de put aan het schoonmaken en let ik ook op de winkel. Om kwart over tien zitten we aan de koffie en dan komt er soms een camper aan. Dan doe je van alles tegelijk. We maken twee à drie keer per week kaas, met name veel kruidenkazen: van komijn, fenegriek tot Italiaans en sambal. We leveren aan een lokaal eetcafé en hebben zestig kaasklanten per week. Met de zorgboerderij eten we altijd warm, met zo’n tien man. Daar komt ook het nodige bij kijken. Het kan soms behoorlijk druk zijn.”
Wie is de kaasmaker bij jullie?
“Dat is vooral Maaike. Ik help uiteraard mee, maar zij is echt het gezicht en staat ook het vaakst in de winkel. Als ik er dan een keer sta, zie je bij klanten de teleurstelling op het gezicht, haha.”
Hoe beleven jullie deze plek?
“Prachtig. We zitten achthonderd meter van de openbare weg, helemaal achter in de Boterpolder. Soms moet ik zelf ook even bij een hek gaan staan om te beseffen hoe mooi het is. We hebben zestig melkkoeien, jongvee en allerlei dieren. Onze kinderen helpen ook mee. Het bedrijf en privé zijn verweven. Dat is niet altijd eenvoudig, maar wel bijzonder. We gingen er achttien jaar geleden blanco in. Als ik toen had geweten wat ik nu wist, had ik het alsnog gedaan. Je moet moed houden, plezier maken en je zegeningen tellen.”
En de toekomst?
“We krijgen veel energie van nieuwe uitdagingen. Dus we denken bijvoorbeeld aan een pipowagen, om maar wat te noemen. We hebben de burgers hard nodig en omarmen ze. Er wordt hier momenteel een nieuwe wijk gebouwd en dat betekent voor ons heel simpel gezegd: nieuwe, potentiële kaasklanten. Ondernemen is soms een uitdaging. Je moet mensen aan je binden, prijzen niet te gek maken. Dat soort dingen. Het is nooit saai, zeker niet met de nieuwe camperplaats erbij. Daar moeten we onze weg in vinden, maar we hebben er zeker geen spijt van.”
Delen
Heeft dit artikel je geholpen?
Gerelateerd
Wim Tiemessen: “De smaak was onvoorstelbaar”