Cees Slob: “Een dag geen kaas gezien, is een dag niet geleefd”

Cees Slob (57) is sinds januari de nieuwe voorzitter van de BBZ. Na negen jaar ervaring binnen het bestuur was het eigenlijk tijd om af te zwaaien, maar de zoektocht naar een nieuwe voorzitter liep op niets uit. Met alles wat er op de rol staat – zoals de nieuwe hygiënecode – zag Cees reden genoeg zelf de handschoen op te pakken.

Cees is – samen met zijn broers en neef – de man achter Kaas van Boer Slob. De kazen van de Giessenburgse onderneming zijn in speciaalzaken en op markten door het hele land te vinden, en ver daarbuiten: van China en Amerika tot Japan. Momenteel bestiert zijn neef het bedrijf, Cees springt in als het nodig is. Op zaterdagmorgen is hij helemaal in zijn element in de winkel. “Dan is het showtime”, verzekert hij. “Dat is gewoon theater, prachtig vind ik dat. ‘Geen kaas in huis, is geen feest in huis’ roep ik dan. En zo is het ook.”

Jij hebt geen probleem jullie kaas in de markt te zetten. Hoe komt dat?

“Dat heeft er altijd al in gezeten. We maken alles onder onze eigen naam en ik vind het belangrijk je eigen unieke verhaal te vertellen. Toen onze zuivelboerderij – waar we vooral karnemelk en yoghurt maakten – nog ‘De Vlag’ heette, had we al mooie logo’s op de potten staan, met een boertje en een vlag. Dat sprong er echt uit. Dat doen we nog steeds, nu met een logo met twee leeuwen erop. Die zaten vroeger ook in het wapen van onze woonplaats. Het zegt iets over ons bedrijf en ons verhaal. Wij maken geen kaas die resultaten boekt bij keuringen, maar wel bij de consument. Het heeft echt uitstraling, het is een merk op zichzelf. Ik zit ook niet graag aan iemand vast. Het is mooi om vrij te zijn en zo je eigen dingen te ontplooien en altijd vooruit te kijken.”

Je bent vaak de hort op. Dat helpt ook mee?

“Jazeker. We zijn overal aanwezig en vertellen ons verhaal. Als er iets te doen is, moet je erbij zijn. Op een beurs zijn we niet een dagje aanwezig, maar alle dagen. Je spreekt en ontmoet mensen, die moet je enthousiast maken. Mijn vrouw wordt er af en toe chagrijnig van, want ik sta heel de tijd te praten. Zo’n stand op een beurs is helemaal mijn plek.”

Voorzitter van de BBZ. Heb je dat altijd al geambieerd?

“Eerlijk gezegd doe ik het niet graag. Ik ben niet een persoon die graag een vergadering voorzit, maar ik weet wel hoe ik iets moet benaderen en waar we naartoe willen. Tijdens de ALV open ik de vergadering en daarna geef ik snel het woord aan de vicevoorzitter. Daar ligt mijn talent niet, ik ben er veel te hak op de hak voor.”

Waarom dan toch voorzitter geworden?

“We hebben echt gelobbyd om een nieuwe te vinden, maar het is niet gelukt. Er zijn weinig mensen met bestuurlijke ervaring die er tijd voor hebben én het leuk vinden contacten te leggen met allerlei organisaties. Ik ben zelf vijf jaar vicevoorzitter geweest en heb bij het bestuur voorgesteld om het zo te doen. Daar gingen ze mee akkoord. Het is uit noodzaak, ik voel me een beetje verplicht. Dat komt ook door de nieuwe hygiënecode. Al sinds ik in het bestuur zit, wordt daarover gesproken en zijn we ermee bezig. Als ik nu zou stoppen, nu het bijna klaar is, dan lijkt het alsof ik zeg: zoek het verder maar uit. Dat voelt niet goed.”

Waarom is die nieuwe hygiënecode zo belangrijk?

“Het gaat over voedselveiligheid. De code is een manier om te zorgen dat we daar allemaal op dezelfde manier mee omgaan. Veel regels zijn veranderd en we maken op een andere manier kaas dan veertig jaar geleden. De nieuwe code is van deze tijd waarin er meer gevraagd wordt van ondernemers. Het is belangrijk dat we allemaal volgens die code werken. Onze producten zijn helemaal in, het groeit als kool in boerderijwinkels. Dan moet de kwaliteit goed zijn, zodat de mensen blijven komen. En we moeten al helemaal geen voedselschandaal krijgen, zoals met die blauwe bessen. Dat is gelukkig bij ons nog niet gebeurd, maar dat is geen garantie. We moeten zorgen dat boerenkaas een authentiek en beschermd product blijft. We staan op de Werelderfgoedlijst. Je moet je er hard voor maken om dat zo te houden.”

Hoe staat het nu met de hygiënecode?

“We zitten nu in de laatste onderhandelingsfase op detailniveau. Ik verwacht dat de code begin juni definitief is. Er is een hoop veranderd ten opzichte van de vorige versie, dus we zullen sessies en bijeenkomsten gaan organiseren. En dan de code uitrollen bij onze driehonderd leden (niet-leden kunnen de code kopen, red.) en gaan uitvoeren. Het gaat over hoe we produceren en met ons voedsel omgaan, daar hoort bijvoorbeeld ook je personeel opleiden bij. Dat moet allemaal goed geregeld worden.”

Wil je verder nog iets kwijt?

“We zijn een mooie en diverse club met allemaal unieke leden. We moeten positief blijven en als bond ook positief overkomen richting de consument. ‘Een dag geen kaas gezien, is een dag niet geleefd’, zeg ik zelf altijd. Dus verkondig elke dag je verhaal en doe dingen met passie en overtuiging. Doe je dat niet, dan zakt het woord en de daad in.”